Zaterdag 10 december

De wijzen zijn bang

De wijzen woonden in het Oosten. Waarom ze in het Oosten woonden, wisten ze niet. Dat was gewoon zo. Daar dachten ze eigenlijk nooit over na. Wel over andere dingen. Over de sterren bijvoorbeeld Ze keken elke nacht naar de sterren Die sterren vertelden van alles, zachtjes maar wel duidelijk. Dat er geen duisternis is die niet verlicht kan worden, bijvoorbeeld. En dat er geen duisternis is waarin toch niet een beetje licht zit. Dat er nooit alleen maar duisternis is, maar altijd ook een beetje licht. Konden alle mensen dat maar denken, dan waren ze vast wat wijzer en misschien ook gelukkiger, en zeker minder bang.
Opeens hield de oudste wijze zijn mond. Dat gebeurde niet vaak. Want hij mocht graag praten. Waarom hij nu zijn mond hield? Hij was geschrokken.
De op één na oudste wijze trok aan zijn baard. Dat gebeurde niet vaak. Want hij wilde hem graag netjes houden. Waarom hij aan zijn baard trok? Hij was geschrokken.
De jongste wijze begon te lachen. Dat deed hij vaak, want hij was goedlachs. Waarom de jongste wijze lachte? Omdat hij niet schrok, hoewel hij hetzelfde zag als de andere wijzen: een heel bijzondere ster.
(rest vh verhaal op de website) 

Het was duidelijk wat die ster betekende: er zou een kind worden geboren. Niet zomaar een kind, maar een koningskind, een koningskind van hogerhand zelfs.
De twee oudste wijzen waren bang. Wat zou zo’n koningskind van hogerhand allemaal niet kunnen doen? Misschien wilde hij koning worden over het Oosten, en misschien ook wel over het Westen, en het Zuiden en Noorden erbij.  Misschien was het dan gedaan met de vrijheid. Maar de jongste wijze sprak de anderen toe: Kijk eens naar de hemel, naar al die honderden, duizenden, miljoenen sterren. Ongelofelijk toch? Allemaal van hogerhand.
De wijzen keken nog eens. Het licht van die sterren leek iets te willen zeggen. Zoiets van: Als de goede Schepper deze sterrenhemel kon maken, zal Hij er toch ook wel voor zorgen dat dat kind van hogerhand een goede koning zal worden? De schrik bij de twee oudste wijzen verdween. De jongste wijze lachte. Een echte wijze weet immers: als je op de sterren let, hoef je niet bang te zijn. 


 
terug